In een interview met BBC vertelt Andrew Lewman, directeur van het Tor Project – de organisatie die de Tor-software ontwikkelt en onderhoudt – dat er regelmatig anonieme bugmeldingen binnen komen van mensen die bij Amerikaanse en Britse geheime diensten werken (NSA en GCHQ).
Tor is een anoniem netwerk waarmee het zogeheten diepe web kan worden geraadpleegd. Gebruikers zijn anoniem en kunnen ook geblokkeerde sites bezoeken. Met Tor verbergen internetgebruikers hun IP-adres en zijn ze in staat gecensureerde websites te bezoeken. Inlichtingendiensten zouden lekken in Tor zoeken om Tor-gebruikers te kunnen identificeren,
Omdat er ook illegale activiteiten, zoals terrorisme, het verspreiden van kinderporno en de verkoop van drugs, op het netwerk plaatsvinden zijn geheime diensten geïnteresseerd in het achterhalen van de identiteit van de Tor-gebruikers.
Volgens Lewman krijgt Tor echter ook veel tips binnen van het Britse Government Communications Headquarters (GCHQ) en de Amerikaanse National Security Agency (NSA). Volgens hem zijn er voldoende medewerkers die het niet eens zijn met de massale spionage. Lewman erkent wel dat hij niet honderd procent zeker kan weten wie een lek of bug meldt, de tips zijn anoniem.
Lewman geeft aan dat sommige bugs echter zo specifiek zijn en kosten ze zo veel moeite om op te sporen dat het voor de hand ligt dat ze van geheime diensten afkomstig zijn. Er worden bovendien vaak kant en klare oplossingen geboden. Bronnen binnen de geheime diensten zouden maandelijks bugs en andere ontwerpproblemen doorgeven waardoor het Tor-netwerk risico loopt.
Uit eerdere documenten van klokkenluider Edward Snowden bleek dat de NSA al verwoede pogingen deed om Tor te kraken. Lewman maakt zich geen grote zorgen over misbruik van bugs in Tor door geheime diensten. Lewman: “Veel meer mensen willen ons helpen. Dat gaat van belangenbehartiging tot code en van cryptografie tot ontwerp.”
