Einde internetconsultatie wetsvoorstel opvraagbaarheid gegevens SEH

Algoritmisch

Op maandag 3 september eindigt de internetconsultatie van het wetsvoorstel Opvraagbaarheid gegevens SEH (Spoedeisende zorg). Het wetsvoorstel is belangrijk voor burgers, zorgaanbieders, zorgverleners en aanbieders van ICT-producten in de zorg. Wie dus nog een mening wil geven, moet dat dit weekend nog doen.

Dit wetsvoorstel zorgt dat medische gegevens makkelijker op te vragen zijn als iemand spoedeisende zorg nodig heeft. Dit is beter voor de kwaliteit van de zorg. Want dan kunnen hulpverleners beter bepalen hoe snel iemand moet worden geholpen en wat voor hulp iemand nodig heeft. En is er bijvoorbeeld minder kans op medische fouten.

Het wetsvoorstel regelt dat sommige zorgaanbieders bepaalde gegevens opvraagbaar moeten maken. Alleen bepaalde zorgverleners mogen vervolgens deze “verplicht opvraagbaar gemaakte gegevens” inzien., en alleen in geval van spoedeisende zorg.

Op dit moment is vaak toestemming van iemand nodig voordat een zorgverlener (zoals een huisarts) gegevens kan delen met een zorgverlener die spoedeisende zorg verleent (zoals dokters op de spoedeisende hulp afdeling in een ziekenhuis). In de praktijk werkt dit niet goed. Veel Nederlanders geven van tevoren niet aan of ze wel of niet toestemming geven. Daarom zijn gegevens bij spoedeisende zorg nu vaak niet direct toegankelijk.

Het wetsvoorstel moet nu regelen dat zorgaanbieders bij spoed de verplichting krijgen bepaalde gegevens opvraagbaar te maken. Tenzij dit in strijd is met goed hulpverlenerschap, of anderen daardoor worden beschadigd.

Het wetsvoorstel moet hier verbetering in aanbrengen door zorgaanbieders (huisartsen en verloskundigen) toe te staan zonder toestemming van de cliënt/patiënt gegevens beschikbaar te stellen. Ook mogen de zorgverleners van de huisartsenposten (HAP), de spoedeisende hulp (SEH) en de ambulance de gegevens zonder toestemming opvragen en raadplegen.

Onnodige regeldruk

Eerder maakte het Adviescollege Toetsing Regeldruk bezwaar tegen drie uitzonderingen die in het voorstel voorkomen. In het voorstel zoals het nu op tafel ligt zijn drie uitzonderingen. Zo mag verstrekking van gegevens van patiënten niet in strijd zijn met goed hulpverlenerschap (1) en de persoonlijke levenssfeer van anderen (2). Ook moet een arts bij het raadplegen van de gegevens zeker stellen dat de patiënt/cliënt daar geen bedenkingen tegen heeft (3).

Deze drie uitzonderingen zijn volgens het adviescollege juridisch gezien overbodig. De werkbaarheid van de drie uitzonderingen is niet onderbouwd. Dat is wel nodig omdat de uitzonderingen open normen bevatten. De grenzen van die normen zijn niet op voorhand duidelijk. Hierdoor is er een risico op willekeur en ervaren regeldruk. Het college adviseert de werkbaarheid van de uitzonderingen te onderbouwen, maar liever dus nog, helemaal uit het voorstel te halen.

Lees ook:

Gerelateerde berichten...