Sinds 12 juli is de EU-verordening Platform-to-Business (P2B) in werking. Ondernemers die zakendoen met digitale platforms zoals reserverings- en vergelijkingswebsites, online marktplaatsen en appstores.
Digitale platforms moeten vanaf nu zorgen dat de algemene voorwaarden helder en makkelijk te raadplegen zijn. Daarnaast moeten platforms transparant zijn over de volgorde van de zoekresultaten. Maar ook het besluit om een ondernemer van een platform te verwijderen en de behandeling van eigen producten ten opzichte van producten die andere ondernemers op het platform aanbieden.
Belangrijker
Digitale platforms worden steeds belangrijker voor ondernemers. Denk aan een restaurant dat maaltijden thuisbezorgt, een appbouwer die zijn nieuwe app aan de man wil brengen, een retailer die zijn nieuwe schoenencollectie online wil verkopen of een kapper die een platform gebruikt zodat klanten online een behandeling kunnen boeken.
Tijdens de coronacrisis zijn nog meer ondernemers via platforms hun producten of diensten gaan verkopen. Ondernemers kunnen hierbij aanlopen tegen onduidelijke algemene voorwaarden van een groot platform. Voor deze ondernemers moet vanaf de ingangsdatum van de nieuwe wet Platform to Business duidelijk zijn wat de algemene voorwaarden van een platform zijn. Met deze regels is de kleinere ondernemer beter beschermd en kan deze met vertrouwen online zaken doen. De P2B-verordening draagt op twee manieren bij aan eerlijke verhoudingen: via transparantievereisten voor online platforms en effectieve geschillenbeslechting.
Geschil
Volgens de wet moeten ondernemers voortaan bij een geschil kosteloos bij het platform terecht kunnen voor een snelle afhandeling. Daarnaast moeten platforms onafhankelijke externe bemiddelaars hebben aangewezen voor bemiddeling. Kleinere platforms waar minder dan 50 personen werkzaam zijn en met een jaaromzet van niet meer dan 10 miljoen euro, zijn uitgezonderd van deze verplichtingen rondom geschillenbeslechting.
De P2B-verordening geldt voor alle platforms waarop ondernemers gevestigd in de EU hun producten of diensten aanbieden. Dit geldt ook voor platforms die niet met hun hoofdvestiging in de EU zijn gevestigd, maar die daar wel actief zijn, zoals Facebook, Google en Amazon.
Specifiek voor de grote platforms vindt Nederland dat meer nodig is. Nederland pleit in Europa dan ook voor regelgeving voor platforms met een poortwachtersfunctie. Dit moet het mogelijk maken om maatregelen op te leggen aan die platforms waar ondernemers niet of nauwelijks omheen kunnen.
De verwachting is dat de Europese Commissie in het vierde kwartaal van dit jaar met regelgeving komt. Tot 8 september 2020 staan hierover twee consultaties open, waar iedereen op kan reageren. Het gaat om een raadpleging over wetgevingspakket digitale diensten en een raadpleging over een mogelijk nieuw mededingingsinstrument.