Digitale rijstkorrels

De belangrijkste Britse vakbond, de Trades Union Congress, sloeg onlangs groot alarm over de wens van verschillende Engelse bedrijven om hun werknemers te injecteren met microchips ter grootte van een rijstkorrel. De Britse leverancier BioTeq en Zweedse evenknie Biohax zou met allerlei Britse bedrijven hebben gesproken over identificatie en het monitoren van werknemers met behulp van onderhuidse digitale technologie. Een fascinerende trend.

De symbiose van lichaam en technologie reikt al veel verder dan de meeste mensen denken en kent fascinerende toepassingen, vooral voor mensen met een lichamelijke beperking. Maar welk probleem lost het digitaal brandmerken van de beroepsbevolking eigenlijk op? Verpakt als gebruiksgemak, is de daadwerkelijke wens van zulke microchips de steeds verdergaande controle over het gedrag van werknemers. Tegenover The Guardian verklaarden de accountancykantoren KPMG, PwC en EY stellig niet te overwegen hun werknemers met microchips te implanteren. De andere van de ‘big four’, Deloitte, weigerde interessant genoeg commentaar. Biohax heeft in Zweden al bij ruim vierduizend treinreizigers onderhuidse OV-chipkaarten aangebracht, in een pilot met de Zweedse spoorwegen.

Volgens Bioteq en Biohax kost een onderhuidse microchip tussen €100 en €300. De goedkope variant verschaft alleen toegang tot de werkruimte, pc of trein via een op de chip geplaatste code of saldo. De dure variant kan twee kanten op communiceren. Zo kunnen collega’s in een straal van tien meter via een app je persoonlijke profiel zien, zoals je functie en je hobby’s. De bedrijven zwijgen over de evidente mogelijkheden om via de chip het functioneren van werknemers te beoordelen.

Bij zulke digitaliseringsambities liggen altijd dezelfde risico’s op de loer; in vaktermen bekend als systeemdwang en ‘function creep’. De vakbonden zijn terecht bezorgd dat werkgevers de onderhuidse chips op den duur (on)bewust zullen verplichten. Het begint met vrijwillige implantaten om toegangscontrole makkelijker te maken en de belofte verder niks met de data te doen. Een paar jaar later durven werknemers de chip niet meer te weigeren en monitort een werkgever permanent locatie, inlogtijden, bewegingen door kantoor enzovoort. Daarna willen politie en inlichtingendiensten de data ook kunnen inzien.

Nog los van medische risico’s, zien de vakbonden cybersecurity over het hoofd. De digitale rijstkorrel is namelijk inherent te hacken: als je collega de informatie kan uitlezen, kan een kwaadwillende dat vroeg of laat ook. De belofte van veilige versleuteling op een geïmplanteerde microchip is onhoudbaar. Dit beveiligingsdilemma zullen wij voorlopig niet oplossen. Bovendien kun je alle gepropageerde voordelen met een simpel appje bereiken, terwijl de nadelen van onderhuidse microchips evident zijn: privacy, cybersecurity, systeemdwang, function creep, lichamelijke integriteit en medische zorgen. Toch lijkt het erop dat de samensmelting tussen mens en computer mainstream wordt.

Biohacking bestaat al decennia als subcultuur en als prachtige oplossing voor lichamelijke beperkingen, vooral waar doven met behulp van digitale sensoren weer kunnen horen. Hier is het voordeel voor de patiënt zonneklaar. Maar waar technologie is verpakt als vrijwillig gebruiksgemak, is het daadwerkelijke doel het verkrijgen of verstevigen van macht over de consument of werknemer. Net als voor de brexit geldt voor onderhuidse microchips het aloude adagium ‘bezint, eer ge begint’.

 

 

 

Gerelateerde berichten...