Vergroening van het Kennisnet-datacenter door Community Cloud

Van duurzaamheidsprojecten wordt vaak vooraf beloofd dat deze zichzelf terugbetalen. Kennisnet, de ict-partner voor het onderwijs, toetste deze belofte en bouwde met Vancis een Community Cloud. De samenwerking tussen beide bedrijven toont aan dat duurzaam opereren ook economisch opereren kan zijn. Wij gaan in gesprek met Dirk Linden, CTO van Kennisnet en Harold van Aalderen, Systems Architect bij Vancis.

Kennisnet maakt al jaren gebruik van de Datacenter Services van Vancis. Sinds 2003 beschikte Kennisnet over een eigen afgesloten serverruimte binnen het datacenter van Vancis. De 400 servers waren opgesteld binnen 24 racks in een ruimte van 100 vierkante meter. Op alle energie die Kennisnet verbruikte hadden zij een vast recht van 120 kilowatt aan vermogen.

Verbruik per server
De verschillende diensten van Kennisnet maakten in het begin van de samenwerking allemaal gebruik van een eigen server. Omdat geen van de diensten van Kennisnet een complete server tot zijn beschikking nodig had, startte zij in 2006 met het virtualiseren van de servercapaciteit. Het resultaat: afname van het aantal racks. Linden: “Wij wilden graag inzichtelijk maken wat wij per server verbruikten. Daartoe hebben wij samen met Vancis in 2008 besloten om elke rack uit te rusten met een eigen kWh-meter. Op deze manier werd alleen het daadwerkelijke energiegebruik in rekening gebracht. Een vooruitstrevende stap in de hostingwereld.”

Van Aalderen: “Wij wilden voor Kennisnet de kosten van het energieverbruik inzichtelijker maken. Zo werd het ook economisch aantrekkelijker om het verbruik terug te dringen. Dit werd daarmee een van de drijfveren om virtualisatie versneld door te voeren.”

In 2013 heeft Kennisnet haar datacenterfaciliteiten bij Vancis omgezet naar een eigen Community Cloud. Dat is een cloud die is toegespitst op een bepaalde sector, in dit geval de onderwijssector. Verschillende instellingen uit het onderwijs maken gebruik van dezelfde cloud als Kennisnet. Kennisnet en Vancis hebben deze overgang aangegrepen om gezamenlijk de energiebesparing die dit oplevert, onder de loep te nemen. De resultaten zijn boven verwachting.

Eerste vernieuwingsslag: consolidatie door virtualisatie
Kennisnet had in 2009 26 racks gevuld met ict- en netwerkapparatuur. Vanaf 2009 is Kennisnet op productieniveau begonnen met virtualiseren, dat wil zeggen het draaien van meerdere systemen en toepassingen op één server. Kennisnet had al sinds 2005 ervaring met virtualisatie van systemen voor test en acceptatie.

Linden: “Vanaf 2009 hebben wij ook stapsgewijs alle productiesystemen gevirtualiseerd. Uiteindelijk heeft deze virtualisatie geleid tot consolidatie, namelijk een afname van het aantal in gebruik genomen racks van vijftig procent (13 racks) in juli 2013. Het energieverbruik is in dezelfde periode nog veel harder gedaald met in totaal een reductie van maar liefst 75 procent.”

M1406.p19.datacenter.vancis

Tweede vernieuwingsslag: Community Cloud
Vanaf oktober 2013 is Kennisnet overgeschakeld op een zogenaamde Community Cloud.
Hierdoor kan Kennisnet de samenstelling van de hardware zelf bepalen en weet zij altijd welke capaciteit er voorhanden is. “Door deze opzet beschikken wij niet langer meer over een eigen ruimte in het datacenter van Vancis,” vertelt Linden, “maar over twee 19-inch racks in de shared ruimte.” De organisatie ging van 100 vierkante meter aan eigen datacenterruimte terug naar maximaal 5 vierkante meter in een gedeelde ruimte.

Energierekening
Het terugdringen van de racks heeft een grote invloed gehad op de energierekening. “Doordat wij nu maandelijks de stroommeters uitmeten,” licht Van Aalderen toe, “weten wij precies de daadwerkelijke aantallen van de verbruikte kWh. In de oude opzet werd slechts het totale energieverbruik van de eigen afgesloten serverruimte van Kennisnet uitgelezen en gefactureerd. Er was dus wel inzicht in het totale energieverbruik, maar niet per rack. Deze verandering in het beleid heeft een enorm positieve invloed gehad op de energierekening, zelfs boven verwachting.”

Energiebesparing cloud: minimaal 50 procent
Soms lijkt het duurzaam om je oude spullen lang te blijven gebruiken, maar in de ICT werkt dat anders. Linden: “Uit onze ervaring is duidelijk gebleken dat de overgang naar de nieuwste technologie een grote besparing oplevert. De apparatuur in de racks zijn van de nieuwste generatie, die zeer energiezuinig is. Dit leidt tot een energiebesparing ten opzichte van september 2012 van maar liefst zeventig procent.”

Back-updiensten
Niet alleen is Kennisnet overgestapt op de Community Cloud maar ook op de Vancis back-updienst met tape als opslagmedium. Ook deze dienst levert een bijdrage aan het verder vergroenen van de ict-infrastructuur van Kennisnet.

De Vancis-tape oplossing is volledig geautomatiseerd en gerobotiseerd waardoor menselijk handelen bij tapewissels niet meer nodig is. Ook is geen fysiek transport meer nodig om back-up tapes elders in een kluis op te slaan. De Vancis tapesilo is namelijk geografisch redundant opgesteld in zowel het datacenter in Amsterdam als in Almere. Kortom: ieder bitje wordt altijd geografisch verspreid opgeslagen. Van Aalderen: “Tape is een zeer energievriendelijk opslagmedium, in tegenstelling tot disks, die roteren. Tapes gebruiken, zolang ze niet gelezen of geschreven worden, in het geheel geen energie.”

Geen kosten maar baten
Wat heeft dit alles Kennisnet nu opgeleverd? “Als we alleen al naar de energiekosten kijken,” legt Linden uit, “hebben we een interessante besparing gemaakt. Begin 2009 werd er in ons datacenter voor 146 Keuro/j aan energie verbruikt, begin 2014 is dat nog maar 15 Keuro/j. En waar wij in het begin van 2009 nog 220 Keuro/j besteedde aan housing, is dat begin 2014 nog maar 29 Keuro/j. Dit betekent alleen al voor de energierekening een besparing van 130.000 euro per jaar.”

Kennisnet heeft daarnaast nog financiële voordelen behaald die lastiger in kaart zijn te brengen, maar die er wel degelijk zijn. “Door virtualisatie van het gehele datacenter hoeven engineers bijvoorbeeld veel minder vaak fysiek in het datacenter aanwezig te zijn,” aldus Linden. “Dit scheelt in reiskosten en levert productieve arbeidsuren.”