De hoogste exportverdiensten van Nederland komen van (chip)machines. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. Ook machine-onderdelen dragen daar flink aan bij.
De toegevoegde waarde door de export van machines, zoals chipmachines en machines voor de voedingsmiddelenindustrie, was in 2018 bijna 16 miljard euro. Dat is bijna 4 miljard euro meer exportverdiensten dan in 2015.
Van de tien belangrijkste exportproducten van Nederlandse makelij was alleen bij aardgas de toegevoegde waarde in 2018 lager dan in 2015. Bij machines en onderdelen groeide de toegevoegde waarde ten opzichte van 2015 het meest, met bijna 4 miljard.
Export
Exportgoederen zijn ondergebracht in verschillende goederengroepen. Die zijn weer gerangschikt in zeven hoofdcategorieën. Volgens die indeling verdient Nederland het meest aan de export van voeding en dranken, net iets meer dan aan machines en apparaten.
Gemiddeld verdient Nederland op elke euro Nederlandse makelij die wordt geëxporteerd 51 eurocent. Dat is minder dan in 2015 (53 eurocent). Dat betekent dat er per euro export 2 eurocent meer import van goederen of diensten nodig is dan in 2015.
ASML
De trend was begin dit jaar al te zien aan de cijfers van chipmachinefabrikant ASML. De Veldhovense fabrikant van chipmachines boekte vorig jaar nogmaals een omzetrecord. Ditmaal gaat het om 10,9 miljard euro. Dat maakte het bedrijf bekend.
Het jaar daarvoor was dat nog 9 miljard omzet. De winst steeg ook fors en bedroeg een kleine 2,6 miljard euro. Ter vergelijking: over het hele jaar 2017 behaalde het Veldhovense bedrijf ruim 2 miljard euro winst.
De wereldleider in chipmachines profiteert van de almaar groeiende behoefte aan allerlei soorten chips.
