Het tekort van de GCCS-top

Nederland was het toneel van de grote cyberconferentie, de Global Conference on Cyber Space (GCCS). Deze conferentie moet ons land als leider van de digitale wereld op de kaart zetten. De bijeenkomst was vooral een parade van goede initiatieven en stoere mannentaal of beter, snoeiharde oorlogsretoriek.

Nog voordat de conferentie was geopend was de toon van de conferentie gezet door de kersverse minister van Veiligheid en Justitie, Ard van der Steur (VVD). We moeten om de vrijheid te bewaken, de veiligheid te garanderen en de economie te laten groeien een ‘international rule of law’ hebben. Zijn collega Buitenlandse Zaken, Bert Koenders (PvdA), stelt in een column dat hij vitale onderdelen van onze maatschappij ‘off limits’ wil laten verklaren voor aanvallen. De vraag waarom gevoelige diensten dan op een kwetsbare infrastructuur als het internet worden geplaatst, beantwoordt hij niet.

Een belangrijke oproep in de slotverklaring van de top, luidt dat het veel zwaarder zal moeten worden voor criminelen om misdaden te plegen. Op het eerste gezicht is dat lekker trappen tegen een open deur. Tegelijkertijd zit er een erkenning in dat beveiliging het op dit moment dus laat afweten. Ook volgt er een oproep tot intensievere samenwerking tussen maatschappelijke organisaties, overheden en het bedrijfsleven om de ‘rule of law’ te bewaken. Daarom wordt ook een centrale rol voor INTERPOL gezien, die in dezelfde week als de conferentie een centrum tegen cybercrime in Singapore opende.

Ook was er veel aandacht voor de rol van de Verenigde Naties als bewaker van de vrede. Vooral het misbruik van internet door criminelen én staten moet worden gestopt. Met name bezoekers uit Azië en Afrika uitten kritiek op het gebrek aan aandacht voor de acties van staten. Vooral spionage, het verzwakken van protocollen, software en hardware door de NSA had volgens hen prominent op de agenda moeten staan. Het bedreigt de vrede en veiligheid op internet en raakt het vertrouwen in een digitale samenleving in de kern. Als er wordt gesproken over governance dan moeten dit soort thema’s worden besproken en juist de GCCS zou daar het platform voor moeten zijn.

Een van de architecten van internet, Vint Cerf, was ook van mening dat er teveel aandacht uitging naar verkeerde onderwerpen. Hij was bezorgd over het misbruik door overheden en wees erop dat de overdadige aandacht voor reguliere beveiliging de conferentie heeft belemmerd. “Veel mensen op de GCCS zijn bang,” stelde hij kritisch. Herkenbare kritiek voor de bezoekers die de overdreven indringende en beklemmende controles meerdere malen per dag moesten ondergaan. Volgens Cerf wordt er te weinig gekeken naar de kansen die er online zijn en de problemen in de wereld die erom schreeuwen die kansen te grijpen. Als voorbeeld wees hij op het belang om te experimenteren en het lef te hebben om te durven falen.

Dat er in de Verenigde Staten durfkapitaal wordt gestoken in projecten die soms mislukken, maakt dat land perfect voor investeringen. Europa grijpt die kansen onvoldoende in zijn optiek. Zijn oproep luidt dan ook: focus meer op de kern van het woord cyber: een internet zonder patenten, maar met open standaarden dat durft te experimenteren. Niet leven in angst, maar leven in vrijheid. Een wijze les van een oude, wijze internetpionier die pijnlijk eerlijk het tekort van de GCCS duidt.

Brenno de Winter

brenno de winter werkt al heel lang in IT

Geef een reactie

Gerelateerde berichten...